Capoeira sport Nijmegen
Capoeira stokkendans

WAT IS CAPOEIRA


Capoeira is een Braziliaanse gevechtkunst, een combinatie van vechttechnieken, acrobatie, muziek en dans. De oorsprong ligt bij de Afrikaanse slaven die tijdens de koloniale periode naar Brazilië werden overgebracht om op plantages te werken. Omdat de slaven zich wilden trainen in vechttechnieken, maar dit verboden werd door hun overheersers, camoufleerden ze dit met muziek en dans. De dans binnen de Capoeira wordt gesymboliseerd door de Ginga, de basisbeweging van de Capoeira. De brug tussen het dans- en vechtaspect binnen de Capoeira wordt gevormd door de acrobatietechnieken. Het Capoeira-spel wordt begeleid door een orkest waarbinnen de Berimbau, een snaarinstrument, het belangrijkste is. De Berimbau wordt ondersteund door een Caxixi, een klein mandje gevuld met zaadkorrels. De persoon die de grootste Berimbau (Gunga) speelt, is diegene die de zang leidt en die bepaalt wanneer het spel begint. Naast de Berimbau bestaat het orkest uit de Pandeiro (tamboerijn), Attabaque (grote trom) en de Agogô (een klein percussie-instrument).

Binnen Capoeira maken we onderscheid tussen Capoeira Angola (spel dat lager bij de grond wordt gespeeld en langzamer is) en Capoeira Regional (sneller spel, meer sprongen). Daarnaast zijn Maculelê en Samba de Roda andere aspecten binnen de Capoeira-kunst.

Maculelê is een Afro-Braziliaanse stokkendans waarbij de Capoeira-spelers ritmisch stokken tegen elkaar slaan. Zij worden hierbij begeleid door het opzwepende geluid van percussie-instrumenten. In de Roda gaan telkens twee spelers een dialoog aan met de stokken en voeren hierbij een diversiteit aan aanvals- en verdedigingsmanoeuvres uit. Samba de Roda is een swingende Braziliaanse dans waarbij veel nadruk ligt op het bewegen van heupen en benen. Onder begeleiding van percussie-instrumenten dansen vrouwen en mannen samen in de Roda.


WAT IS ABADÁ-CAPOEIRA


Binnen de Capoeira onderscheiden zich verschillende scholen met elk hun eigen meesters, graduatiesysteem, muziek en speciale technieken. De school ABADÁ-Capoeira is opgericht in 1988 door Mestre Camisa. De naam ABADÁ-Capoeira staat voor Associação Brasileira de Apoio e Desenvolvimento da Arte Capoeira oftewel in het Nederlands: de Braziliaanse vereniging ter ondersteuning en ontwikkeling van de Capoeira-kunst.

Voor ABADÁ-Capoeira is Capoeira een kunst van het verleden, maar ook van de toekomst waardoor het zich continu moet bliven ontwikkelen. Binnen de groep ABADÁ-Capoeira wordt Capoeira ingezet als pedagogisch, artistiek en cultureel instrument. Zo wil de associatie via Capoeira de wortels van de Braziliaanse cultuur bekend maken bij een breder publiek. Verder streeft ABADÁ-Capoeira ernaar het technische en theoretische niveau van haar leden continue te verbeteren. Daarnaast wil ABADÁ-Capoeira bijdragen aan de vorming van humane en ethische waarden die gebaseerd zijn op respect, sociale rechtvaardigheid, duurzaamheid en vrijheid. Dit doet zij onder andere door middel van sociale campagnes.

Momenteel kent ABADÁ-Capoeira 1 Grão Mestre: Camisa Roxa (In Memoriam). Grão Mestre Camisa Roxa (Edvaldo Carneiro e Silva) was de oudste broer van Mestre Camisa, de oprichter van ABADÁ-Capoeira, en werd beschouwd als de beste leerling van Mestre Bimba. Grão Mestre Camisa Roxa had de hoogste graduatie binnen ABADÁ-Capoeira, het witte koord. Op 18 april 2013 is hij overleden.


Naast Mestre Camisa kent de school momenteel nog 7 andere Mestres. 

Batizado met Mestre Camisa, 2018
Mestre Camisa

MESTRE CAMISA

Aan het hoofd van de school van ABADÁ-Capoeira staat Presidente Fundador Mestre Camisa. Mestre Camisa (José Tadeu Carneiro Cardoso) kreeg les van Grão Mestre Camisa Roxa, zijn oudere broer, die aan de Capoeira-school van Mestre Bimba lessen volgde en deze lessen overdroeg aan zijn jongere broer. In de jaren zestig werd Mestre Camisa zelf leerling van Mestre Bimba, en begon hij op veertienjarige leeftijd Capoeira-lessen te geven aan zijn vrienden in Salvador. Begin jaren zeventig vestigde hij zich in Rio de Janeiro. Het bleek echter niet makkelijk te zijn om in Rio de Janeiro een goede positie te bekomen als Capoeira-docent. Het ontbrak aan een goede structuur om les te kunnen geven en om Capoeira te kunnen spelen met andere Capoeiristas, zonder al te veel discussie over onder andere koordensystemen, speeltechnieken en doceertechnieken. In 1988 besloot Mestre Camisa daarom een associatie op te richten waarbij er wel een structuur zou worden geboden aan een nieuwe generatie Capoeira-spelers. Deze associatie kreeg de naam ABADÁ-Capoeira. Een nieuwe stijl werd ontwikkeld waarbij de vernieuwende ideeën van Mestre Bimba, onder andere die op het gebied van onderwijs, werden gecombineerd met de basisprincipes en waarden die verbonden zijn aan de oorspronkelijke Capoeira.

GRADUATIESYSEEM  ABADÁ

Het graduatiesysteem binnen Capoeira verschilt van school tot school. Binnen ABADÁ-Capoeira begint elke Capoeirista met een ecru koord. Een volgende koord kan enkel worden verkregen tijdens een Batizado, een Capoeira-evenement waarbij de Capoeira-leerlingen een hogere graduatie (ander kleur koord) kunnen verkrijgen als hun niveau voldoende gestegen is. ABADÁ-Capoeira hanteert een verschillend koordensysteem voor kinderen en volwassenen. Capoeirista's starten als beginner (Iniciante), worden dan leerling (Aluno), gaan daarna over naar gegradueerde leerling (Graduado), vervolgens instructeur (Instrutor), leraar (Profesor), Mestrando en het hoogst haalbare, Mestre. Voor meer informatie over het graduatiesysteem van ABADÁ-Capoeira kun je kijken op de website ABADÁ-Capoeira World.

Bij het verkrijgen van het eerst volgende koord krijgt iedere Capoeira-speler ook een Appelido, een Capoeira-bijnaam. Deze traditie komt voort uit de tijd dat Capoeira bij wet verboden was. De personen die Capoeira speelden hadden een schuilnaam zodat hun identiteit onbekend bleef en het moeilijker werd voor de politie hen te arresteren.

Capoeira Nijmegen kinderen
Mestre Pastinha
Mestre Bimba

GESCHIEDENIS CAPOEIRA

Capoeira kent haar oorsprong in de Afrikaanse slaven die vanaf de 16e tot en met de 19e eeuw vanuit Afrika naar Brazilië werden overgebracht. In Brazilië werden zij als handelswaar verkocht om te werken op de suikerriet- en cacaoplantages van de Portugese koloniale overheersers. Op de plantages woonden de slaven samen in barakken die Senzalas werden genoemd. Hier begon een samensmelting van culturen: uit hun stamverband gerukte Afrikaanse rituelen en bewegingen mengden zich, onder andere in een poging de Afrikaanse identiteit te behouden. Bovendien zochten de slaven een manier om zich te kunnen verdedigen tegen hun overheersers en zich voor te bereiden op een eventuele ontsnapping. Om geen argwaan te wekken bij hun meesters werden de verdedigingstechnieken die de slaven zich aanleerden gecamoufleerd door muziek, dans en acrobatie. Op deze manier ontstond de kunst van de Capoeira.

Na de afschaffing van de slavernij in 1888 werd Capoeira in eerste instantie vooral een vechtkunst die werd aangewend om te kunnen overleven in de grote steden van Brazilië. Dit was de periode van de zogenoemde malta’s, de Capoeira-bendes. Als reactie op deze bendes werd Capoeira in 1890 bij wet verboden. Beoefenaars werden vervolgd en gestraft. Capoeira werd een steeds minder voorkomend fenomeen in Brazilië. Uiteindelijk werd het spel alleen nog maar beoefend in de staat Bahia, het Afro-Braziliaanse hart van Brazilië.

Decennia lang bleef Capoeira door de overheid verboden. Pas in 1936 werd de nationale waarde van deze Braziliaanse kunst erkend door de toenmalige president Vargas. Het beoefenen van Capoeira werd door de wet weer toegelaten. Capoeira werd in de Braziliaanse samenleving echter nog lange tijd gezien als de sport van de armen. Door de inzet van vele Capoeira-spelers is hier gelukkig verandering in gekomen. De belangrijkste meesters die de Capoeira uit hun marginaliteit hebben gehaald zijn Mestre Bimba (1899-1974) en Mestre Pastinha (1889-1981).

Mestre Pastinha is de belangrijkste meester binnen de Capoeira-stijl die ‘Angola’ heet. Deze stijl heeft de meeste binding met traditionele rituelen en gewoontes binnen de Capoeira. Capoeira Angola is een spel wat laag bij de grond wordt gespeeld, met uitermate gecontroleerde en verraderlijke bewegingen. Door het vrij trage ritme van de muziek en het spel lijkt Capoeira Angola relatief makkelijk. Maar schijn bedriegt; het trage ritme vereist juist extra veel lichamelijke kracht en inspanning.

Mestre Bimba stichtte in 1932 de eerste officieel erkende Capoeira-school. Mede dankzij zijn voorstellingen aan president Vargas werd de officiële erkenning van Capoeira enkele jaren later verkregen. Mestre Bimba creëerde de Capoeira-stijl die ‘Regional’ wordt genoemd. Capoeira Regional wordt gekenmerkt door een sneller ritme en spel, met veel sprongen en acrobatische bewegingen. Deze stijl lijkt meer op een gevecht.

Nieuwe regels en het invoeren van een uniform waren de eerste stappen op weg naar de huidige moderne Capoeira. Vanaf de jaren zestig verspreidde het spel zich weer door heel Brazilië en verkreeg het beetje bij beetje een respectabele positie in de samenleving. Vanaf de jaren zeventig begon Capoeira wereldwijd meer bekendheid te krijgen door de opening van verschillende Capoeira-scholen in de Verenigde Staten en Europa.